Voorkom onnodige weerstand!

Weerstand tegen verandering is onvermijdelijk, natuurlijk en kan leiden tot een beter resultaat. Let vooral op onnodige weerstand. Hoe minder onnodige weerstand, des te makkelijker en sneller kun je veranderen.

Pippi Langkous en verandering
Pippi Langkous zei: “Ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan”. De meeste mensen gaan anders met verandering om. Verandering wordt doorgaans niet direct omarmt omdat mensen van nature risico-avers zijn. Ze houden over het algemeen niet van het onbekende. Bij verandering hoort weerstand; het zijn twee zijdes van dezelfde medaille. Weerstand kan juist leiden tot een beter resultaat van verandering. Immers, zonder wrijving ook geen glans.

Weerstand: veel of weinig
Weerstand tegen verandering is normaal en op zich dus neutraal. Echter, organisaties die zich het beste weten aan te passen aan veranderende omstandigheden hebben de grootste kans op continuïteit. Als er weinig weerstand is zou je wellicht sneller kunnen veranderen dan je daadwerkelijk doet en ga je dus misschien niet snel genoeg. Of, zoals Mario Andretti ooit zei: “If you think everything is under control, you’re probably not going fast enough”. De conclusie kan dan zijn dat complete afwezigheid van weerstand misschien wel ‘complacency’ of inschikkelijkheid kan worden genoemd. Dan worden mogelijkheden en kansen gemist. Is er teveel weerstand, dan houdt dat verandering tegen. Ook dat kan het voortbestaan van de organisatie ernstig in gevaar brengen.

Onnodige weerstand
Echter, een andere invalshoek manier om ernaar te kijken is de vraag te stellen “is de noodzaak van de weerstand terecht?” ofwel: is er onnodige weerstand? Als onnodige Die weerstand is wellicht te vermijden of te verminderen is, waardoor kan er eenvoudiger of zelfs sneller kan worden veranderd. Een vuistregel is: hoe meer de ambities en veranderagenda door de organisatie wordt omarmd, hoe sterker het onderlinge vertrouwen, hoe meer ruimte medewerkers hebben om hun talent kunnen ontplooien én kunnen participeren in de ontwikkeling van de organisatie. En dus des te minder onnodige weerstand de kans krijgt. Een reden te meer dus om bronnen voor onnodige weerstand vroegtijdig te signaleren en/of voorkomen.

Toetsvragen
Het is daarom zinvol om bij gewenste verandering en de aanpak daarvan geregeld op de aanwezigheid of mogelijke bronnen van onnodige weerstand te toetsen. Je kunt de volgende vragen stellen om op zoek te gaan naar (bronnen van) onnodige weerstand:

  • Wordt de ambitie voldoende door alle stakeholders gedeeld of kunnen belangen beter bijeen worden gebracht?
  • Is er voldoende dialoog bij totstandkoming van de veranderagenda en voelen medewerkers zich daarin gekend en gehoord?
  • Zijn er regels die ontplooiing van talent belemmeren waarvan nut en noodzaak onduidelijk zijn en nader kunnen worden vastgesteld?
  • Wordt er voldoende rekening gehouden met de behoeften en zorgen van medewerkers? Bijvoorbeeld zodat bij implementeren van oplossingen er direct al draagvlak bestaat en waarvan opvolging tot betere acceptatie en gebruik (zoals bedoeld) kan leiden?

Zo zijn er legio andere vragen die je kunt stellen om bronnen van weerstand in beeld te krijgen om vervolgens belemmering die daarvan uitgaat te bepalen en de noodzaak daarvan om dat op te lossen.

Meer lezen over versnelling van organisatieverandering? Kijk dan op Alles draait om verandering.

Nader van gedachten wisselen over weerstand en aanpak van verandering? Neem dan contact op.